16 organisaties die betrokken zijn bij de ondersteuning en zorg van ouderen hebben op vrijdag 11 juli het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO) bekrachtigd. Hiermee betuigen zij officieel hun steun voor de afspraken die zijn gemaakt om hulp voor ouderen beschikbaar te houden, nu en in de toekomst. Ouderen moeten kunnen rekenen op ondersteuning en zorg die voor hen klaar staat als zij dat nodig hebben. Dit staat echter onder druk. Door de vergrijzing verdubbelt de zorgvraag, maar het aantal zorgverleners groeit onvoldoende mee. Met de afspraken in dit Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg zetten de partijen er gezamenlijk op in om deze druk te verminderen.
Veel ouderen kunnen en willen graag zo lang mogelijk zelfstandig wonen in hun vertrouwde omgeving. Ook als er meer beperkingen komen en de zorgvraag toeneemt. Uitgangspunt voor thuiswonende ouderen is dat de ondersteuning en zorg aansluit op wat zij zelf willen en kunnen. In samenwerking met de mensen om hen heen is er vaak nog veel mogelijk. Er zijn afspraken gemaakt over versterking van zelfstandigheid van ouderen (reablement) én extra ondersteuning van mantelzorgers. Ook wordt in de toekomst bij het bepalen van de benodigde Wlz-zorg breder gekeken dan het ziektebeeld. Zorg en ondersteuning moeten aansluiten bij de persoonlijke leefsituatie van de oudere.
Er kan een moment komen dat thuis wonen echt niet meer gaat. Dan moet een plek in een verpleeghuis beschikbaar zijn. Afgesproken is dat het Zorginstituut Nederland -samen met de betrokken organisaties- één landelijke toets ontwikkelt om te bepalen of verhuizing naar een woning in een verpleeghuis noodzakelijk is. Zo wordt voorkomen dat zeer kwetsbare ouderen die deze zorg het hardst nodig hebben, onnodig op een wachtlijst belanden.
Ongeveer 1 op de 3 zorguren in de verpleeghuizen gaat naar administratie. Het doel is om dit in 2030 teruggebracht te hebben naar 1 op de 5. Dit gebeurt onder meer door de herindicatie voor bewoners van verpleeghuizen te vereenvoudigen. Ook worden zorgverleners ondersteund door de inzet van technologie en werken we aan betere gegevensuitwisseling.
Met dit akkoord is het gelukt om een eerder afgesproken korting oplopend tot € 660 miljoen in 2030 op de ouderenzorg grotendeels terug te draaien. Bovendien is er ruim €100 miljoen per jaar extra beschikbaar voor investeringen, waaronder opleidingen. Dit geeft zorgaanbieders extra financiële ruimte om de toegankelijkheid van de zorg voor de meest kwetsbare ouderen te waarborgen. Eerder schrapte het huidige kabinet al de kortingen voor 2024 en 2025. Het netto beschikbare budget voor de ouderenzorg in de Wet langdurige zorg groeit de komende jaren met € 3,4 miljard van € 21 miljard in 2025 naar € 24,4 miljard in 2029.